VITAMINES
In de 1e helft van de 20e eeuw, zo rond 1906, werden vitamines ontdekt. Men merkte namelijk dat voedsel met bepaalde stoffen essentieel zijn voor het behoud van een goede gezondheid. Deze stoffen kregen de naam ‘vitamines’. Christiaan Eijckman ontdekte de 1e vitamine en noemde deze thiamine. Thiamine is nu beter bekend als vitamine B1. Het woord vitamine is een combinatie van het Latijnse “vita”, wat leven betekent, en het woord “amine”, wat stikstof bevattende verbinding betekent. Later ontdekte men dat niet alle vitamines stikstof (amine) bevatten, maar het woord ‘vitamine’ was toen al algemeen in gebruik.
In de periode tot aan 1970 zijn er in onderzoek met name methoden ontwikkeld om vitamines na te maken, zoals we ze nu in supplementen kennen. Na 1970 veranderde de onderzoeksrichting meer naar de (preventieve) rol van vitamines bij ziekten. Vitamines krijg je in kleine hoeveelheden binnen via je eten en drinken. Dat wisselt van enkele microgrammen tot tientallen milligrammen. Ze leveren geen energie. Het lichaam kan de vitamines in principe niet zelf maken. Er zijn een paar uitzonderingen:
• Kleine hoeveelheden vitamine K maak je aan in de darm.
• Het lichaam zet voorlopers van vitamines uit de voeding, zoals de provitamine A (carotenoïden) en provitamine D om
in vitamine A en D. In geval van vitamine D gebeurt dat in de huid onder invloed van zonlicht.
• Het lichaam kan zelf niacine aanmaken uit het aminozuur tryptofaan.
WELKE VITAMINES ZIJN ER?
Vet oplosbare vitamines
Deze vitamines haal je vooral uit producten die vet bevatten, zoals smeer- en bereidingsvetten, vis, vlees, noten en melk. Deze vitamines worden vervolgens via je darmen opgenomen en opgeslagen in je lever en de weefsels van je lichaam, tot het moment je lichaam ze nodig heeft.
- Vitamine A
- Vitamine D
- Vitamine E
- Vitamine K
Deze vitamines haal je uit groente, fruit, brood en volkorenproducten, noten, peulvruchten, melk. Deze vitamines worden snel in je bloed opgenomen. Maar als je lichaam ze op dat moment niet nodig heeft, dan gaat het teveel aan vitamines direct met je urine je lichaam weer uit.
- Vitamine C
- Thiamine (B1)
- Riboflavine (B2)
- Niacine (B3)
- Pantotheenzuur (B5)
- Vitamine B6
- Biotine (B8)
- Foliumzuur (B11)
- Vitamine B12
vitamine a
- Vitamine A ondersteunt de afweer van het lichaam en ondersteunt het immuunsysteem
- Vitamine A is goed voor het gezichtsvermogen
- Vitamine A is belangrijk voor de huid
- Vitamine A helpt bij het behoud van normale slijmvliezen
vitamine b6
Vitamine B6 (pyridoxine) is nodig om voedingsstoffen in een bruikbare vorm om te zetten. Ons lichaam kan vitamine B6 niet zelf maken. Daarom moeten we het via ons voedsel binnenkrijgen. Bronnen van vitamine B6 zijn vlees, eieren, vis, noten, brood en graanproducten, peulvruchten, groente, melk- en melkproducten en kaas.
Vitamine B6 speelt heel belangrijke rollen.
- is belangrijk voor je weerstand
- is belangrijk voor je spijsvertering
- zorgt dat je zenuwstelsel goed werkt
- speelt een rol bij de vorming van je rode bloedcellen
- is belangrijk voor je energievoorziening
Gezondheidsclaims goedgekeurd door Europese Commissie zijn onder andere:
- Vitamine B6 draagt bij aan de geestelijke veerkracht
- Vitamine B6 draagt bij aan een normale mentale performance
- Vitamine B6 heeft een positieve invloed op het immuunsysteem en ondersteunt de afweer van het lichaam
Meer informatie op de website van het voedingscentrum.nl of ivg-info.nl
VITAMINE c
- Vitamine C activeert je natuurlijke energie in het lichaam
- Vitamine C helpt energie vrij te maken uit de voeding
- Vitamine C zorgt mede voor een goede weerstand
- Vitamine C is belangrijk voor bloedvaten, huid en sterke tanden
- Vitamine C voor het behoud van sterke botten en gezond kraakbeen
*Gezondheidsclaims goedgekeurd door Europese Commissie
VITAMINE D3
Vitamine D is één van die heel bekende vitamines met verschillende taken:
- ondersteunt je natuurlijke weerstand;
- helpt bij het behoud van sterke botten, soepele spieren en een sterk gebit;
- helpt je lichaam bij de normale opname van de mineralen calcium en fosfor.
Vitamine D wordt in de darm het best opgenomen als er ook vet of olie aanwezig is. De gemiddelde opname van vitamine D uit de voeding wordt geschat op 80%. Het lichaam kan vitamine D opslaan in vetweefsel en organen, zoals de lever.
Bronnen van vitamine D zijn vette vis, vlees en eieren. In Nederland wordt ook vitamine D toegevoegd aan halvarine, margarine en bak- en braadproducten (niet aan olie).
Gezondheidsclaims goedgekeurd door Europese Commissie zijn onder andere:
Vitamine D draagt bij tot de instandhouding van normale beenderen.
Vitamine D draagt bij tot de instandhouding van een normale spierfunctie.
Vitamine D draagt bij tot de normale werking van het immuunsysteem.
VITAMINE E
Vitamine E is een vet oplosbare vitamine. Vitamine E werkt als antioxidant en beschermt zo de cellen, bloedvaten, organen, ogen en weefsel tegen vrije radicalen. Vitamine E speelt ook een rol bij het regelen van de stofwisseling in de cel.
Vitamine E is de verzamelnaam voor een aantal stoffen die van nature in voeding aanwezig zijn: de tocoferolen, zoals alfa-, bèta, gamma- of delta-tocoferol. Alfatocoferol nemen de cellen het beste op en is daarom veruit de belangrijkste vorm van vitamine E. In vitamine E-supplementen zit alfa-tocoferol of alfa-tocoferolacetaat.
Bronnen van Vitamine E zit in zonnebloemolie, halvarine, margarine, brood, graanproducten, noten, zaden, groenten en fruit.
Een tekort aan vitamine E komt nauwelijks voor. Een overschot aan vitamine E in het lichaam is niet schadelijk.